De Gulfoss waterval in het zuiden van IJsland was een van onze highlights die we in oktober 2019 bezochten.
Geslaagd was onze 9 daagse vakantie in IJsland, zonder enige twijfel. Weliswaar het programma halverwege om moeten gooien omdat een IJslands sneeuwstormpje roet in het eten gooide, maar veiligheid voor alles nietwaar? Hierover later meer.
Na een vlucht van 4 uurtjes vanaf Wenen in de middag aangekomen op Kevlavik airport. Hier de auto opgepikt bij Blue Car rental, een paar minuutjes lopen vanaf de aankomst hal. Dat gaat snel en even later rijden we richting Reykjavik, iets meer als een half uurtje rijden.
We hebben een appartement geboekt bij Northern Comfort Apartments net buiten het centrum van Reykjavik. Maps.me brengt ons mooi voor de deur. Het appartement is ruim genoeg en proper met goede badkamer en keuken. Er is geen receptie. Je krijgt een toegangscode toegestuurd voor de centrale toegangsdeur. Binnen in de hal ligt een enveloppe met de sleutel van je appartement. Simpel en doeltreffend.
De eerste avond hebben we om Reykjavik in vogelvlucht te verkennen. Gelukkig is het droog en bekijken we te voet enkele highlights.
Drie uurtjes zijn zo om en natuurlijk veel te kort om Reykjavik te verkennen, maar voor eens eerste indruk is het genoeg. Een mooie propere stad, zeker de moeite waard om een of twee dagen aan te besteden.
Naast ons appartement ligt een bonus supermarkt en daar doen we snel inkopen. We hebben steeds een appartement gehuurd met eigen keuken. Wel zo gemakkelijk wanneer je iets zelf wil klaar maken.
Na een goede nachtrust vertrekken we s' morgens vroeg op tijd voor ons eerste deel van de IJsland reis. We rijden naar Olafsvik waar we een appartement voor twee nachten hebben gehuurd. Olafsvik ligt in Snaefellsnes, het grootste schiereiland van IJsland waarvan gezegd wordt dat het IJsland in het klein is.
Vanaf Reykjavik is Olafsvik in amper twee uurtjes te bereiken en omdat we pas na vier uur in ons appartement terecht kunnen maken we er al een leuke dagtrip van. We willen in elk geval de Kirkjufell en Kirkjufellsfoss bezoeken. Foss betekend waterval en er zijn heel wat "Fossen" op IJsland daar komen we al snel achter.
Ik heb gelezen dat op de weg 56 komende vanaf het zuiden ook een hele leuke verborgen waterval ligt.
Deze waterval wordt ook wel de Sheep's waterfall ( Selvallafoss) genoemd. De waterval bestaat uit drie trappen en is te voet vanaf de weg goed te bereiken. De auto kan op een parkeerplaats geparkeerd worden.
Het leuke aan deze waterval is dat je er achter kan gaan staan.
Op een Duitse site had ik gelezen dat een blogger veel dank verschuldigd was aan zijn "gummistiefel" en zo lekker op plekjes kon komen waar je met gewone wandelschoenen niet kon komen. Simpel omdat je af en toe een klein ondiep beekje moet oversteken.
Dus we hadden ons wat dat betreft goed voorbereid. Het ziet misschien niet geweldig uit maar wat hebben we een voordeel gehad van onze "gummistiefel" Gevoerd en dus ook nog eens lekker warm.
Wanneer je de uitloop van deze waterval oversteekt dan kun je nog een klein stukje doorlopen en word je getrakteerd op hele mooie uitzichten.
Reken op deze manier op ongeveer een uurtje dat je kwijt bent. Wanneer je alleen de waterval "doet"dan is het met 20 minuutjes wel gepiept.
Bij deze waterval is een parkeerplaats met picknicktafels waar we gelijk onze zelf meegenomen lunch gebruikt hebben. In gezelschap van 4 aardige Chinese jongens. Je hoeft niet helemaal naar China te vliegen om Chinezen tegen te komen.
Dan via de weg 56 door naar de 54 om daar links af te slaan naar de eerste echte highlight van onze reis. We willen de Kirkjufell zien.
En natuurlijk ook de Kirkjufellsfoss, de waterval vanwaar de berg goed te zien is die mooie fotogenieke plaatjes oplevert.
Hier blijven we ongeveer anderhalf uur. Eind oktober is geen hoogseizoen en erg druk is het niet wat wij best vinden.
Op de reis naar Olafsvik kom je geregeld langs fotogenieke plekjes waar je gelijk wil stoppen. Dat kun je doen alleen dan blijf je bezig en kom je waarschijnlijk nooit op de plek van bestemming of anders veel te laat. Maar toch, natuurlijk een paar keer gestopt en wat foto's geschoten.
Vlak achter de brug bij Borgarnes is een parkeerplaats vanwaar je een leuk uitzicht heb op de fjord waar een groep Eidereenden in zwemt
Leuk om te zien hoe al die eendjes zwaan kleef aan spelen.
Nog een klein stukje over de 1 en we nemen de afslag naar de 54 vanwaar we het schiereiland Snæfellsnes inrijden.
Op de achtergrond de Mount Esja? de huisberg van Reykjavik, dat zou goed kunnen.
De tijd vliegt en we rijden door naar ons overnachtingsadres in Olafsvik waar we even na 4 uur in de middag aankomen.
De incheckprocedure is over het algemeen zo dat je van tevoren een code gemaild krijgt waarmee je de keybox naast de voordeur kunt openen. Je ziet dus geen eigenaar.
Code intoetsen en vervolgens het kastje openen waar de sleutel in ligt van de voordeur. Mocht een en ander niet lukken, in dit geval woont de eigenaar naast het appartement dus daar kan je altijd op terugvallen
Guesthouse G42 is een mooi appartement met goed voorziene keuken en ruime badkamer, ook belangrijk.
Manci maakt snel een warme maaltijd klaar waarna we Olafsvik willen verkennen.
Nog steeds mooi weer en we hopen op..jawel het noorderlicht, dat is toch onze stille wens, om tenminste een keer het noorderlicht te mogen zien. We zullen zien...
Olafsvik is een klein vissersplaatsje en het valt meteen op dat zowat alles verlicht is. Het dorpje baadt in een gloed van zacht geel licht. Blikvanger is het abstracte kerkje dat in zijn roze gloed een mooi contrast vormt.
En, het zal niet anders zijn, vanaf Olafsvik zie je de mooi verlichte
Bæjarfoss waterval liggen dus daar willen we ook naartoe.
Vanaf Olafsvik voert een pad naar boven in de richting van de waterval, dat kan niet missen. Het is wel donker maar we kunnen het pad toch redelijk ver volgen tot een plek waar water over het pad stroomt en we niet verder kunnen. Echter voor een leuke foto is het ver genoeg en we draaien daarna om. Vanaf Olafsvik is het amper een kwartiertje naar de waterval. Dan terug naar het appartement. De dag erna willen we de zuidkust van Snaefellsnes bekijken. Daar hebben we dan de hele dag de tijd voor..
De eerste keer het noorderlicht!
Het zal rond 10 uur in de avond geweest zijn dat er opeens een groene gloed aan de hemel te zien is. Niet echt sterk maar toch duidelijk zichtbaar. Vervolgens op een drafje naar een afgelegen veldje in de buurt en mijn eerste foto kunnen maken van het noorderlicht. Toegegeven, niet sterk maar hebben is hebben.
Het weerbericht heeft voor de komende dagen bewolkt weer aangegeven dus dan kun je het noorderlicht wel vergeten en is onze hoop wat Noorderlicht betreft gevestigd op de laatste dagen.
Onze eerste volle dag in Olafsvik en we willen een bezoek brengen aan, jawel weer een bekende waterval, de Svöðufoss.
Deze ligt op amper een kwartiertje rijden vanaf Olafsvik en is aangegeven. Vanaf de verharde weg gaat een gravelweg tot een parkeerplaats waar je uiteraard de auto kan parkeren. Vanaf de parkeerplaats is het een halfuurtje wandelen naar de waterval.
Boven bij de waterval kun je nog een eindje doorlopen en dan kom je bij de Kerlingarfoss .
Het gedeelte tussen de twee watervallen is mooi, en je bent niet alleen, er grazen paardjes. Er loopt een kiezelpad tussen de twee watervallen maar je kan ook door de weide lopen. Het wijst zich vanzelf.
Terug naar beneden gaat snel en weer bij de parkeerplaats parkeert net een meisje haar kleine camper en gaat gewapend met rugzak en heel groot fototoestel ook richting de watervallen en een hello have a nice day is de welgemeende groet.
Nu hebben we wel genoeg watervallen gezien en we rijden over de 574 in
de richting van Arnarstapi. Bekend om zijn grillige basalt rots en rif kusten.
Vandaar willen we langs de kust een wandeling van 6 km doen naar Hellnar.
En daarna willen we doorrijden naar het zwarte kerkje in Búðir. Een van de
drie zwarte kerkjes in IJsland. De buitenkant is met zwarte pek geverfd om zo
het hout beter te beschermen tegen de IJslandse barre weersinvloeden en
De kust bij Arnarstapi is adembenemend mooi en dat weten er meer. Het is er redelijk druk met toeristen uit de hele wereld zo te zien en te horen. Prachtige basaltformaties en bizarre kliffen strelen het oog. Je raakt er niet op uitgekeken.
Er lopen diverse goed aangeven wandelpaden met uitzichtpunten vanwaar je van de uitzichten kunt genieten en dat doen we uiteraard ook. Het is groter en uitgestrekter als we dachten en we besluiten de wandeling naar Hellnar en terug niet meer te doen. We willen nog naar het zwarte kerkje en anders wordt de tijd krap.
Een Engelstalig koppel wilde wel een foto van ons maken.
Niet ver van Arnarstapi ligt Budir met als bezienswaardigheid een van de drie zwarte kerkjes in IJsland. Maar zeker zo mooi zijn de gigantische zwarte basaltformaties die achter het kerkje aan de kust liggen. Een klein uurtje zijn we hier gebleven en toen werd het hoog tijd om terug naar Olafsvik te rijden.
Terug gaat het over de 54 waarvan het laatste stuk gravel is en dan heb je het met 30 km/h wel gehad. We sluiten deze dag af, morgen gaat het naar Husavik in Noord IJsland een rit van ongeveer 500 km.
De rit naar Husavik gaat voorspoedig. Het weer is wel niet denderend,
bewolkt en af en toe wat regen. Ben benieuwd wat de komende dagen
gaat brengen. De weersvoorspellingen zijn erg wisselend en variëren tussen
licht regenachtig weer en stormachtige wind met sneeuw.
Het wordt spannend dat is zeker.
We zijn even voor vier uur in Husavik en duiken eerst even een supermarkt in. Het Skogar Sunset Guesthouse wat we voor drie nachten geboekt hebben ligt ongeveer 13 km van Husavik dus dat is lekker dichtbij. Wel begint de wind aardig op te steken en het wordt gevoelig kouder. Na het supermarkt bezoek rijden we naar ons appartement en weer brengt maps.me ons keurig voor de deur.
Onze eerste dag in Husavik wordt een korte. 's Morgens waait het al behoorlijk maar is het droog. We besluiten om naar Husavik te gaan om het stadje te verkennen. In Husavik ligt het geothermal Sea Bath. We twijfelen nog tussen dit bad of het Myvatn Nature Bath op 30 km afstand. We parkeren de auto vlakbij het haventje van in Husavik en lopen richting het geosea bath dat echter pas op 12.00 uur open gaat. Maar duidelijk is dat met dit weer er weinig animo zal zijn om in het water te liggen, het gaat steeds harder waaien. (lees stormen). We rijden nog even naar een parkeerplaats langs de kust en schieten wat foto's. Op de benen blijven staan is al bijna onmogelijk. Er zit niks anders op als naar de vakantiewoning terug te rijden en het weer af te wachten.
En het wordt afwachten, het begint ook te sneeuwen en dat ziet er veilig van binnen toch allemaal beter uit als van buiten. Lekker een middag niksen dus.
Gelukkig, de tweede dag is het s' morgens mooi zonnig weer. Weliswaar een flink windje maar daar valt mee te leven. De planning is om eerst naar de Detti waterval te rijden en daarna naar het Myvatn nature bath te gaan dat van 12 tot 22 uur geopend is.
Op weg naar de Dettifoss komen we langs het Bjarnaflag Power Station waar we even een kijkje nemen. Prachtig diepblauw water met de waarschuwing dat het absoluut verboden is om er in te zwemmen, en dat doen we dan ook maar niet.
Dit geothermisch energiefabriekje is een van de oudste en kleinste van IJsland.
Het ruikt er een beetje naar rotte eieren maar vies is het beslist niet.
Na een kwartiertje rijden we door naar de Dettifoss. Straks liggen we zelf in
diepblauwe warme water van het Myvatn naturebath. (hopen we )
We rijden via de ringweg 1 naar de afslag met de weg 862 die ons naar de parkeerplaats van de Dettifoss moet brengen. De 862 is al voorzien van een dik pak sneeuw maar is goed te doen, op het laatste stuk na dan waar de sneeuw steeds dikker en dikker wordt. Gelukkig hebben toeristenbussen een spoor getrokken waardoor het allemaal net lukt. Een beetje spannend is het wel. Op de parkeerplaats staan toch nog wat auto's en busjes dus we zijn niet de enigen. Vanaf de parkeerplaats gaan diverse goed aangeduid wandelroutes naar de Dettifoss en de Selfoss waterval die ongeveer 1 km verderop ligt.
We lopen door een dik pak sneeuw zowel naar de Dettifoss als de Selfoss waterval. Wat een natuurgeweld. De Dettifoss wordt ook wel de gouden waterval genoemd. Deze waterval produceert een flinke hoeveel stuifwater en wanneer de zon erop schijnt krijg je een mooie regenboog te zien. Dat geluk hadden wij niet, af en toe een glimpje van een regenboog, daar bleef het bij. De Selfoss ligt ongeveer 1 km van de Dettifoss. Het laatste stuk van het wandelpad is echter niet meer te belopen door de dikke sneeuw en de daaronder liggende waterstroompjes. Persoonlijk vond ik de Selfoss mooier, maar dat is een kwestie van smaak. Door het vele stuifwater van de Dettifoss wordt een gedeelte van de waterval aan het oog onttrokken.
De winterse omgeving van de watervallen is ook leuk om even te verkennen.
Dan vinden we het goed geweest en willen we naar het Myvatn nature bath gaan. Myvatn wordt ook wel de Blue Lagoon van het noorden genoemd en op de een of andere manier trok ons dit meer als het super toeristische Blue Lagoon in het zuiden.
Het zal anders gaan lopen. Dat IJsland over een zeer snel wisselend klimaat beschikt, dat wisten we al en dat heeft ook zijn charmes. Op weg naar Myvatn sloeg het weer om, een sneeuwjacht werd ons deel. Wat te doen? We waren vlakbij Myvatn. Toch het naturebath in duiken en hopen dat het weer beter zou worden? Of misschien mis gokken en in het donker door een vliegende sneeuwstorm 30 km terug naar de vakantiewoning rijden? Op dat laatste zat ik niet echt te wachten. Jammer, maar helaas, we besloten om in elk geval voor het donker nog terug te gaan naar de vakantiewoning.
De korstte weg is via de weg 87 en na een ietwat stormachtig ritje komen we na een klein uurtje toch veilig bij onze cottage aan.
Omdat onze cottage op nog geen 13 km van Husavik ligt besluiten we om het er nog een keer op te wagen en een duik in het GeoSea bath in Husavik te nemen. De weg naar Husavik hebben we al een paar keer gereden en is goed te doen. Parkeren doen we bij de parkeerplaats en er staan warempel enkele auto's. We krijgen korting omdat we gepensioneerd zijn en voor 20 euro p.p zijn we binnen. We krijgen een armbandje om en uitleg hoe een en ander werkt. En..niet vergeten, douchen van tevoren, in je nakie..in IJsland heel normaal. Wel in gescheiden kleedruimtes maar je gaat niet met je zwembroek aan onder een douche staan. Eigenlijk ook wel logisch, mensen die in teamverband gesport hebben weten ook niet beter.
Dan de ijskoude buitenlucht in en fluks het lekker warme water in. Er zijn een paar baden met verschillende temperaturen. Wij blijven in het warmste bad. En ja alles moet je leren. Andere gasten hebben een dikke IJslandse wollen muts op en wij niet. Het vriest een paar graadjes en het waait ( lees stormt) als een gek en dat is geen lekker gevoel aan je bol. Na een klein halfuurtje hebben we het wel gehad, kleden ons lekker om en drinken een IJslands biertje in het bijbehorende cafetaria en daarna weer terug naar de cottage, het rijden met stormachtige wind begint te wennen, IJslanders weten niet beter.
Na twee dagen en drie nachten Husavik in het noorden van IJsland is het de bedoeling om via de oostkust naar het plaatsje Hofn te rijden waar we een overnachting geboekt hebben. Vervolgens een dag later via het ijsschotensenmeer naar Laugarvatn. Maar die vlieger gaat niet op. De weersvoorspelling en de daarbij behorende wegeninformatie is dusdanig slecht dat we besloten om dat risico niet te lopen. Windsnelheden van 25 m/sec en bijbehorende sneeuw, laat maar zitten.
Dus dezelfde weg terug als we gekomen waren. Het is niet anders en achteraf ook een hele goede beslissing. Het noordoosten bar en boos met sneeuw en het zuidoosten werd getrakteerd heuse zandstormen.
In het begin nog wel wat sneeuw maar beduidend minder wind, en de rest van de bijna 400 km naar het zuiden ging probleemloos.
Dit ziet er toch al heel wat beter uit op de terugweg via de westkust.
Guesthouse Teigur in het vissersdorpje Akranes waar we onderweg naar het zuiden een overnachting geregeld hebben via booking.com.
En deze overnachting is een regelrechte IJslandse voltreffer.
De goedkoopste overnachting van alle overnachtingen, maar de beste.
mag ik het zeggen? 54 euro voor een nacht bracht mij eerst even aan het twijfelen maar de vele "tienen" bij de reviews spraken een andere taal.
De ontvangst was supervriendelijk en wat bleek? In Akranes is ook een hot spot aan het strand die deze avond nog tot 8 uur open was. Roeffff na het eten gelijk erheen en wat schetst onze verbazing? Gratis toegang! Volgens een paar IJslandse meisjes gaan IJslanders niet naar betaalde toeristische warme zwembaden. In een overdekt gebouw
( zonder verwarming) omgekleed en lekker het warme water ( 38 graadjes) ingedoken.
Wat geweldig meeviel is de kou. Ondanks dat het een paar graadjes vroor kun je gewoon in je blote bast even buiten rondlopen.
Een hele leuke ervaring in Akranes op deze avond en die neemt niemand ons meer af.
Het ghost ship in Akranes is een veel gefotografeerd object. Deze boot lag op 5 minuten afstand van ons appartement dus deze pikten we ook snel even mee.
Gedoopt is de boot in 1955 met de naam "Höfrungur" (Dolphin) en maakte lang deel uit van een haringvloot. Er werden haringen mee gevangen dus. Nu zou "Höfrungur" ook wel als restant van de Ark van Noah dienst kunnen doen, als IJslands sage verhaal. Ik vond het wel een interessant object om te fotograferen. De sfeer die om de boot hangt leent zich voor fantasie. Welke verhalen kan die boot vertellen, wat heeft Dolphin allemaal meegemaakt, vreugde en verdriet? Wat is er allemaal in zijn ruim gebeurd? Op sommige vragen kun je beter nooit antwoord krijgen. (-:
In de ochtend dus eerst nog een uurtje Akranes verkend voordat we naar onze laatste bestemming rijden in Laugarvatn.
Dit is amper 90 km en omdat het natuurpark Pingvellir op onze weg daarheen ligt pikken we dit park natuurlijk ook even mee en is de dag weer mooi volgeboekt.
Het Nationaal park
Þingvellir is een van de drie nationale parken in IJsland en behoort tot het werelderfgoed.
De weg ernaartoe wordt duidelijk aangegeven van welke kant je ook komt. Er zijn diverse parkeerplaatsen rondom het park, een beetje afhankelijk van wat je wil zien. Wij parkeerden op parkeerplaats 1 waar ook het info centrum is gevestigd. Je betaald wel parkeergeld en het parkeergeld is gelijk je toegangsticket. Binnen in het infocentrum staan de betaalautomaten. Voor 700 kronen mag je zolang rondlopen als je wil. Bij de overige kleinere parkeerplaatsen staan de betaalautomaten bij de parkeerplaatsen zelf.
Dit gebied is de scheidingslijn tussen het Noord-Amerikaanse (ten noordwesten van de kloof) en het Euraziatische (ten zuidoosten van de vlakte) continent, met de vlakte zelf als scheiding.
Leuk was het om ene moment in het Noord-Amerkaanse continent te lopen en even later weer in het Euraziatische continent onze voetsporen achter te laten. Dat kunnen er niet veel zeggen. Nou ja, op de gebruikelijke hordes Chinezen na dan.
Wil je het hele park een beetje uitgebreid verkennen dan reken maar op een uurtje of drie. Pak je alleen de Bijlrivierwaterval en een gedeelte van de kloof dan ben je met een uurtje wel klaar en kun je naast het info centrum in de bistro terecht voor een natje en een droogje.
Op IJSLAND, land van vuur en ijs nog wat info over dit park wat een bezoek meer dan waard is.
De tijd vliegt en we willen graag op tijd naar ons volgende overnachtingsadres bij Laugarvatn waar we voor twee nachten een cottage gehuurd hebben.
Onze overigens schitterende Austury cottage ligt vlakbij de Geysir en omdat we weten dat de Geysir druk bezocht wordt door dagjestoeristen uit Reykjavik leek het ons beter om heel erg vroeg aanwezig te zijn om de meute voor te zijn en dat was een goede zet. Rond 9 uur waren we maar met een enkeling ter plekke en konden we rustig de tijd nemen om de omgeving te verkennen. Er lopen meerdere paden rondom het gebied en natuurlijk hebben we de langste genomen, als je toch eenmaal daar bent nietwaar? Een beetje jammer was wel dat het weer flink hard waaide waardoor de geysir gelijk horizontaal wegsloeg om het zo maar te zeggen. De geysir zelf doet trouwens niks meer het is zijn evenknie de Strokkur, iets verderop die zowat om de 7 minuten zijn stoom de lucht in spuwt. Een mooi gezicht is het wel. Eerst een beetje pruttelen, dan iets meer waarna de Strokkur zijn ware gezicht toont..
Overal sist en pruttelt het in de nabijheid van Geysir en Strokkur.
Dan, vanaf de Geysir naar de Gulfoss waterval, amper een halfuurtje verderop met de auto.
Deze is indrukwekkend, zoals de meeste watervallen in IJsland wel indrukwekkend zijn. Wel al gedeeltelijk bevroren en het pad onderlangs was afgesloten en dat leek mij een goede maatregel. In de zomer kun je tot vlakbij de waterval lopen maar nu is dat toch een hachelijke onderneming.
De laatste dag hoeven we pas om 14.00 uur de auto op het vliegveld Kevlavik in te leveren en we hebben dus mooi de tijd om via de zuidelijke gelegen weg 427 van het schiereiland Reykjanes naar het vliegveld te rijden en daar krijgen we geen spijt van.
We rijden eerst via de weg 37 in de richting van Selfoss en Eyrarbakki om daar rechts af via de 34 de zuidelijke kustweg te blijven volgen. Even achter de Oseyrarbrug over de rivier de Ölfusá is een parkeerplaatsje vanwaar je een leuk uitzicht hebt op de al gedeeltelijk bevroren riviermonding en het bijbehorende zwarte strand. Wel eerst even een zwart duin(tje) op lopen. (-:
Deze zuidelijke route naar het vliegveld via de 427 is veel en veel mooier als de noordelijke route van het schiereiland en af en toe waan je je in een maanlandschap.
We hadden het wel gelezen dat er in IJsland ook zeehonden te spotten zijn maar echt ernaar uitgekeken hadden we niet. De haviksogen van Manci deden echter goed hun werk. En ja hoor ook zeehonden hebben we nog mooi mogen spotten op de laatste dag. Er zullen er beslist meer gelegen hebben maar het leek ons geen goed idee om op onze wandelschoenen via het zeewier dichterbij te sluipen. Ik denk ook niet dat die zeehonden op ons bezoek lagen te wachten..
Dat zeehonden verhaal was overigens toeval. Ik wilde nog graag naar een oranje vuurtoren rijden die daar in de buurt lag. Doch het pad naar die vuurtoren was mij toch iets te trikkie om met onze Kia Ceed naartoe te rijden. Ik wilde de Kia graag onbeschadigd inleveren, zodoende. Wel was er weer een leuk kerkje in de buurt dat precies tegenover het zeehondenstrand lag...geluk dwing je een beetje af..
Een van de laatste stops op onze rit naar het vliegveld is bij
Wij hebben niet zoveel tijd meer en lopen alleen de "berg" omhoog vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de omgeving. Het sist en borrelt overal en geeft een mooie indruk van de verborgen energie die er in de IJslandse bodem her en der huist. Samen met de elfen natuurlijk, die zitten er toch maar mooi warmpjes bij...
Om het gemakkelijk te maken hebben de IJslanders dit gebied twee namen gegeven.
This interesting geothermal area has got two names; it is either called Seltúnshverir (the hot springs at Seltún) or Krýsuvíkurhverir (the hot springs at Krýsuvík).
Dit gebied ligt aan de weg 42 niet ver vanaf de 427 vanwaar wij kwamen. Na het bezoek zijn wij weer terug naar de 427 gereden dat is amper 10 minuten rijden.
En daarmee is een einde gekomen aan ons 9 daags bezoek aan IJslands, van hieruit is het iets meer als een halfuurtje naar het vliegveld.
IJsland is totaal anders en met geen enkel land te vergelijken. Afwisselend in alle opzichten. 9 dagen zijn veel en veel te kort en geven alleen maar een eerste indruk en die indruk was overweldigend.
Onze huurauto voor 9 dagen. Gehuurd via Blue Car rental in IJsland. Een mooie nieuwe Kia Ceed die voorzien was van winterbanden met spikes en dat zou nog heel goed van pas gaan komen. Gekozen voor het 100 procent verzekering pakket met geen eigen risico en ook verzekerd tegen zand/as schade. Prijs 510 euro dat vond ik best meevallen.
Het rijden op spikes is in het begin even wennen, zeker wanneer er geen sneeuw of ijs op de weg ligt.
Het lijkt af en toe of de auto een beetje "zweeft" maar aangezien de maximum snelheid in IJsland sowieso niet meer als 90 km/h is valt het wel mee.
Een ander verhaal is het rijden door sneeuw of zelfs over ijs en die is met spikes fenomenaal.
In het noorden van IJsland werden wij getrakteerd op een echte winterinval met bijbehorende sneeuwstorm(en). De auto gaf geen krimp en zelfs door diepe sneeuw hielden de spikes hun grip. Geweldig en een dikke pluim voor de autoverhuurder. Winterbanden zijn verplicht maar spikes niet. Sowieso is ons deze verhuurder alleen maar positief opgevallen. Waarschuwingsmailtjes wanneer men slecht weer verwacht of wanneer wegen afgesloten zijn. Een 24/7 bereikbare helpdesk indien nodig. Een snel incheck en uit check systeem. Mocht ik weer naar IJsland gaan dan zal ik zeker hier weer een auto huren.
Autorijden in IJsland, waar moet je rekening mee houden?
Wij waren eind oktober in IJsland en hebben op tijd van 9 dagen achtereenvolgens gehad, zonnig weer, regen, sneeuw. sneeuwstorm en "gewone" storm. Je moet dus rekening houden met erg afwisselende omstandigheden.
Een goede site om de actuele verkeerssituatie te bekijken is
Eigenlijk is deze site onmisbaar wanneer je met een auto door IJsland rijdt. Op deze site worden ook de waarschuwingen vermeld die voor bepaalde wegen van toepassing zijn. Het kan je een hoop ongemak schelen door deze site regelmatig te raadplegen. Door de verkeersinfo op deze site hebben wij op het laatste moment besloten om niet via de geplande oostkust terug naar het zuiden te rijden maar via de rustigere westkust, zoals we gekomen waren dus. Achteraf een goede zet. In het zuidoosten was het bar en boos.
En voor het weer keek ik geregeld op deze site..
En dan het rijden zelf, dat valt wel mee. Buiten Reykjavik is het erg rustig op de weg. En met "weg" bedoel ik de ringweg1 waarmee je een rondje IJsland doet. Deze ringweg is 1340 km lang, en voor het grootste gedeelte geasfalteerd. Wanneer je van de ringweg afwijkt dan kan het zijn dat je over gravelwegen rijdt, ook dat is geen probleem en rustig rijden is het devies. De maximum snelheden in IJsland zijn sowieso laag, harder als 90 mag je nergens.
Waar je rekening mee moet houden is de wind. Open je een portier? Doe dat maar met twee handen, anders alle kans dat het portier uit zijn scharnieren gerukt wordt en dat is een kostbaar grapje. Ik parkeerde de auto als het even kon met de neus in de wind, dat is dan wel zo safe. Klinkt misschien overdreven? Dat is het niet en er wordt steeds voor gewaarschuwd. en een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Hier wat info over het rijden in IJsland..
Over het algemeen komen de verkeersregels aardig overeen met de regels in Nederland.
Behalve eentje dan en die wil ik extra benadrukken. Op tweesporige rotondes heeft het afslaande verkeerd op de binnenste rijbaan voorrang op de buitenste. Dus, wanneer jij op de buitenste rijstrook rijdt en links naast je wilt iemand rechts van je een uitrit nemen dan moet jij stoppen en de ander voorlaten. Richting aangeven is niet de grootste hobby van de IJslanders dus die slaat gewoon voor je rechtsaf, ervan uitgaande dat je stopt. IJslanders weten dat, buitenlanders niet altijd, en dus heb je alle kans dat die gast in je linkerflank knalt. Ik ben niet veel tweesporige rotondes tegengekomen. Eigenlijk alleen maar in Reykjavik en omgeving. Wanneer ik nu zo'n rotonde naderde dan anticipeerde ik al ruim van te voren door in te schatten of er verkeer die rotonde naderde. Ik reed dan zo langzaam dat alle verkeer voor mij langs reed en ik in het "gat" kon duiken en ik in elk geval veilig mijn "rondje" kon afmaken. Ook misschien overdreven maar ik vond het maar een rare regel en het is toch een beetje de macht der gewoonte wanneer je een dergelijke rotonde oprijdt.
Dan het rijden in de sneeuw.
Met goede banden (spikes) is dat geen enkel probleem. Sterker nog ik vond dat onze auto met spikes beter in de sneeuw reed als over een kale asfaltweg. Alleen toch weer die ellendige wind waardoor er veel stuifsneeuw over de weg vloog die het zicht behoorlijk belemmerde. Het gaat allemaal wel maar oppassen en rustig rijden is het devies. En heel belangrijk, blijf binnen de gele paaltjes die als een baken langs de weg staan en die in een grote witte wereld keurig de contouren van de weg aangeven. Binnen de gele paaltjes kan je niks gebeuren, buiten de gele paaltjes kuukel je het talud naar beneden, het is maar dat jet het weet.
Tolwegen?
De Vaðlaheiðargöng is een tunnel in Noordoost IJsland waar de ringweg doorheen loopt en is de enige tunnel waar je tol voor moet betalen.
Deze tol moet je echter via internet betalen en je hebt na het verlaten van de tunnel drie uur de tijd om dat te doen, niet vergeten dus en de prijs is 1500 kr ( ong. 11 euro ) voor een personenauto.
De tol kan betaal worden via deze site..
Voor mijn navigatie gebruik ik Maps.me.
Deze navigatie gebruik ik al langer en ben ik tevreden over. Ik vind het een gemakkelijk en logisch opgebouwd navigatie systeem dat gewoon doet wat hij moet doen, zonder al te veel toeters en bellen die je toch niet nodig hebt.
Daarnaast een goede wegenkaart aangeschaft, weer om het "je kunt nooit weten" gevoel gerust te stellen. Deze kaart was handig om 's avonds bijvoorbeeld te raadplegen. Een goede kreukvrije en waterproof kaart die je gewoon via webwinkels online kunt bestellen.
Daarnaast een Duitstalig wandelboekje van IJsland met daarin tal van goed beschreven wandelingen.
Echt een aanrader wanneer je van wandelen houdt.
Het noorderlicht
Het noorderlicht kun je niet altijd zien, op de eerste plaats mag het niet bewolkt zijn, je moet dus een heldere nacht hebben. Een beetje logisch natuurlijk. Dan de periode is belangrijk. In IJsland is dat oktober tot maart. De periode daglicht is kort en hoe langer donker hoe beter. Ook logisch lijkt mij.
Dan de zogenaamde KP index.
Hier had ik nog nooit van gehoord maar nu weet
ik beter. Toen wij in Olafsvik het eerste zwakke noorderlicht zagen was voor Olafsvik de KP index 2. Dat is laag en dan kun je net, maar dan ook net met een beetje mazzel het noorderlicht zien.
Er zijn trouwens diverse aurora apps die je kunt downloaden. Deze zijn erg handig en geven je zelfs een waarschuwing wanneer je het noorderlicht op je locatie mogelijk kan zien.
Ik gebruikte Northern Eye Aurora Forecast en hier was ik tevreden over.
In Laugarvatn, dus op onze laatste twee dagen was de KP index vier en zelfs vijf. Uitstekend dus. Hoe hoger hoe beter. Voorwaarde is wel weer dat de hemel
onbewolkt is. En dat was hij, de voorspellingen waren gunstig. De weergoden waren ons nu gunstig gezind. En ja hoor, rond een uur of negen a tien 's avonds begon het spektakel.
Dansende groene lichtbalken aan de hemel in diverse vormen. Geweldig om te zien. En het hield uren aan, dus uiteindelijk zijn we maar gaan slapen.
De buit was nu echt binnen en de tweede avond werden we weer getrakteerd op het Noorderlicht alleen nu wat zwakker maar met meer kleuren. Onze IJsland vakantie kon niet meer stuk.
Het Noorderlicht fotograferen is een ander verhaal. Ik ben niet helemaal ontevreden maar haarscherp is anders.
Dat heeft uiteraard te maken met de kwaliteit van de lens, lees lichtgevoeligheid. Hoe beter deze is hoe beter de foto' s. Neem daarbij de stormachtige wind en zelfs op statief bewoog de camera waarschijnlijk een beetje.
Maar ontevreden ben ik niet, volgende keer beter met een betere lens (-:
Een goed artikel over het fotograferen van het Noorderlicht...
Dry Walk gummistiefel. Ze wegen niks, zijn gevoerd en dus lekker warm en hebben een goede geprofileerde zool. Modieus is anders maar het was de beste zet om deze gummistiefel te kopen. Gewoon in de auto en voor de wandeling aantrekken. De gewone wandelschoenen spaar je op deze manier ook nog eens. Verder kom je op plekjes waar je met de gewone wandelschoenen niet komen kan. In een woord geweldig.
Wij hebben deze laarzen in Hongarije gekocht maar je krijgt ze ook in diverse Duitse webwinkels. Het worden ook wel Segelstiefel genoemd.
Ook kerkjes zie je op de meest afgelegen plekken. Hoewel ik zelf niet zoveel met kerkjes heb vind ik de architectuur vaak wel heel interessant, het oog wil immers ook wat.
Elfenhuisjes
IJslanders zijn een bijgelovig volk en het viel mij al op dat er her en der van die leuke kleine mini huisjes bij woningen of kerken stonden.
Daar wonen elfen dus, maar het kunnen ook trollen of kabouters zijn, niemand heeft ze immers ooit gezien maar in de IJslandse sage zijn ze springlevend en dus zorg je dat ze tenminste een dak(je) boven hun hoofd hebben. Dat noem ik nog eens gastvrijheid.
Elfen, Trollen en het Verborgen Volk....
En het is echt serieus hoor!!
Verborgen elfjes leggen wegenwerken stil in IJsland...
Nu ik het toch over trollen heb...
Bij ons bezoek aan Arnarstapi wordt je vanzelf geconfronteerd met deze figuur.
En uiteraard hangt hier een verhaal aan vast...een IJslandse sage die verteld dat er ooit een supertrol genaamd Bárður was geweest die het kennelijk voor het zeggen had maar na wat moorden en wat mot met zijn halfbroer de kuierlatten nam en nu nog ergens in Snæfellsjökul zijn schatten zit te bewaken.
Die Saga um Bárður weist sehr ausgeprägte Züge von Volkssagen auf.
Eten en drinken moet je overal..
We hadden ons voorbereid en we hadden geen zin om
's avonds na een vermoeiende dag naar een restaurant op zoek te moeten gaan om een knorrend maagje het zwijgen op te leggen.
Daarnaast liggen de overnachtingen ook vaker ergens in de middle of nowhere en dat maakt het er natuurlijk ook niet makkelijker op. De meeste appartementen en cottages zijn dan ook uitgerust met een keuken. De ene keer wat eenvoudiger de andere keer wat uitgebreider. Ze zijn in elk geval altijd wel goed genoeg om een warme maaltijd klaar te maken al vergt dat soms wel wat improvisatie talent.
Van de vijf verschillende overnachtingsadressen hadden we twee keer de beschikking over een inductie kookplaat die voorzien was van een kookzone. Daarnaast steeds wel de beschikking over een magnetron. De andere keren hadden we twee zones of gewoon vier kookzones wat toch gemakkelijker is. Bij het boeken is het raadzaam de reviews door te lezen, de eigenaren geven hier niet altijd duidelijkheid over.
Dus naar de supermarkten in IJsland en die zijn er genoeg.
De Bonus, de netto of Kronan..
Over het algemeen misschien wel wat duurder dan in Nederland maar of het echt zo veel scheelt... geen idee.
En wat is lekker en goedkoop?
En betalen moet je overal, ook in IJsland. En dat doe je in IJsland over het algemeen niet met cash. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je ook hele kleine bedragen met je betaalkaart betaald. Ik had bij aankomst op het vliegveld Kevlavik voor de zekerheid 10.000 IJslandse kronen gepind ( 70 euro) Voor de zekerheid en om "je kunt het nooit weten" gevoel gerust te stellen. Eind van het liedje was dat ik de overnachting in Arkranes hiermee cash betaald heb en de rest bij terugkeer op hetzelfde vliegveld aan snuisterijen besteed heb.
Tanken moet je ook geregeld en in principe zijn er genoeg tankstations in IJsland.
Wel zitten er nogal wat onbemande tankstations tussen en moet je met creditcard betalen.
Daarbij heb je de mogelijkheid om eerst voor een vast bedrag te tanken, maar dan moet je wel weten of er genoeg ruimte in je tank is... Of je pakt de optie "full" en dan kun je tanken tot aan het randje. Bij deze laatste optie moet je er rekening mee houden dat bij deze optie bij sommige tankstations een hoger bedrag op je creditcard geblokkeerd wordt. Dit wordt dan na een paar dagen verrekend met je eigenlijk getankte bedrag.
Welke periode is nu het beste?
Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Ik denk dat iedere periode zo wel zijn voors en tegens heeft en afhankelijk is van wat je wil en gaan doen.
Wil je langere stukken wandelen dan lijkt mij een periode met meer daglicht geschikter als een periode met kort daglicht.
oktober wordt ook wel een overgangsmaand genoemd tussen zomer en winter. Nog genoeg daglicht om leuke dingen te kunnen doen maar ook al lang genoeg donker voor jawel...het Noorderlicht te kunnen zien en in ons geval ging deze vlieger mooi op.
En minder druk, er was genoeg keus in overnachtingsadressen en de highlights waren niet overlopen.
Ik vond oktober wel een mooie maand ondanks het felle winterdipje, dat heeft ook zijn charmes.
Afsluitend, wat is ons het meeste bijgebleven in IJsland?
Dat is simpel, dat is de wind.
De IJslanders weten niet beter maar het is wennen. De kou viel mee maar door de wind was de gevoelstemperatuur gevoelig lager.
Dus goede kleren zijn een eerste vereiste en die
hadden we gelukkig. Het laagjes principe doet goed zijn werk.
Maar bovenaan staat de ongerepte natuur. Die is zeker zo overweldigend als de wind, die hoort er gewoon bij.
Wij hadden 9 dagen de tijd en in principe is dit genoeg om de ringweg helemaal rond te rijden.
Zullen we dat nog eens doen?
Nee.
Waarom niet?
Omdat het zuiden van IJsland en met name
het schiereiland snaefellsnes peninsula meer als genoeg te bieden heeft. Je komt ogen te kort.
Dus als we terug gaan, en die kans zit er dik in, dan wordt het een beetje centraal een goede woning boeken en meer tijd nemen om zodoende de omgeving te verkennen.
Dus wie weet wordt vervolgd.......
Souvenirs
IJsland is lava, vulkanisch gesteente, en dat vind je meer als genoeg.
Dus een beetje IJsland meegesmokkeld als aandenken. (-: